Kunststromingen

Via deze rubriek kan u meer te weten komen over een bepaalde kunststroming of -groep.

De informatie wordt permanent bijgewerkt.

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

12 Schilders

De monstertentoonstelling – meer dan 1000 inzendingen - ‘Kunst in Vrijheid’, die in het najaar van 1945 in het Rijksmuseum te Amsterdam werd gehouden, voldeed niet aan de hooggespannen verwachtingen van enige opleving op het gebied van de moderne kunst in Nederland.

Op aangeven van jurylid en secretaris Willy Boers werd een eerste groep van twaalf door Boers geselecteerde schilders bijeengebracht om samen de uitdaging aan te gaan om zich artistiek te onderscheiden als werkelijk moderne kunstenaars.

Deze groep bestond, naast Willy Boers, uit Peter Alma, Anton Jan Cozijnsen, Dick Elffers, Frieda Hunziker, Wim Kersten, Harry van Kruiningen, Portheine (Ger Gerrits), Jan Roëde, Saraochim Salim, Wim Sinemus en Querijn van Tiel.

CoBrA

De naam van de groep verwijst naar de hoofdsteden (Copenhagen, Brussel, Amsterdam) van de landen van herkomst van de oprichters: de Deen Asger Jorn, de Belgen Christian Dotremont en Joseph Noiret en de Nederlanders Karel Appel, Constant en Corneille.

De directe aanleiding tot de oprichting van CoBrA, op 8 november 1948 te Parijs, was de botsing tussen de Belgische en Franse kunstenaars van de na-oorlogse beweging Le Surréalisme Révolutionnaire. Op de in november 1948 door deze beweging te Parijs georganiseerde conferentie, waar avant-gardistische groepen uit verschillende landen delibereerden over de vraag hoe de avant-garde nu verder te organiseren, maakten de Belgische Revolutionair-surrealisten zich sterk in hun overtuiging: de weg vrijmaken voor een nieuwe volkse kunst, zonder beklemmende banden van opgelegde academische regels en esthetische normen, waarin men zich weer vrij kan uiten in de taal der fantasie. Zij werden hierin ondersteund door Jorn en de Nederlandse Experimentele Groep.

Ondanks haar korte bestaan, er kwam reeds in 1951 een eind aan deze kunstzinnige vereniging ingevolge zware ziektes van zowel Jorn als Dotremont, heeft de CoBrA-beweging een grote invloed gehad op de moderne kunst.

Constructivisme

Het constructivisme had aanvankelijk alleen betrekking op het werk van de Russische kunstenaar Vladimir Tatlin. Hij duidde er omstreeks 1913 de stijl mee aan van het werk dat hij toen maakte: abstracte schilderijen uitgebouwd tot reliëfs.

Kenmerkend voor het constructivisme, waarmee nu een hele stroming in de beeldende kunst wordt omschreven, is de compositie van de technische vormelementen en hun verhouding tot elkaar en tot de omringende ruimte.

Volgens haast mathematisch-technische principes werden door de constructivisten vooral geometrische vormen in compositie gebracht. Het was vooral hun ontzag voor machines, de architect en de toegepaste technische constructies waardoor de constructivisten werden meegesleept. Zij zagen hierin een houvast voor hun streven naar duidelijkheid en exactheid.

Schilderen was voor de constructivisten in de eerste plaats een objectieve studie, een halsstarrig doorvoeren van de strengste vereenvoudiging van de schilderkunstige middelen, tot er ten slotte niets anders overbleef dan het bekende vierkante zwarte vlak van Malevitsj.

Van hieruit werd de schilderkunst vanaf de basis opnieuw opgebouwd. Niet naar subjectieve uitingsbehoeften, maar naar de meest basale mogelijkheden die zijn af te leiden van het zwarte vierkante vlak, de zogenaamde constructivistische of suprematistische elementen.

Langs het Bauhaus in Weimar en De Stijl van Theo van Doesburg en Piet Mondriaan drong het constructivisme na de Eerste Wereldoorlog door in West-Europa.

Creatie

Als gevolg van interne tegenstellingen binnen de groep Vrij Beelden vond er in 1950 een afsplitsing plaats onder leiding van Willy Boers en Ger Gerrits. Er werd een nieuwe groep gevormd: Creatie, Vereniging tot Bevordering van Absolute Kunst.

Het werd opgericht als platform voor zuiver non-figuratief werkende kunstenaars.

Een aantal op abstracte kunst gerichte kunstenaars zoals Mark Kolthoff, Piet Van Stuivenberg, André van der Vossen en Juul Neumann, stapte, in navolging van Boers en Gerrits, over van Vrij Beelden naar Creatie. Hierbij voegde zich ook het ex-CoBrA lid Eugène Brands.

Creatie had verder als nieuwe leden de abstract werkende kunstenaars Klaas Boonstra, Simon Erb, Jaap Stellaart, Emile Voeten, Hans Ittmann, Kees Keus, Wim Strijbosch, Andor Weiniger en – van de groep CoBrA - Anton Rooskens. Later zijn daar nog Wim Crouwel, Armando en Greet van Amstel bijgekomen.

In maart 1954 viel Creatie uiteen omdat o.a. werd vastgesteld dat de invloed van de groep te beperkt was gebleven. Het lag echter in de lijn der verwachting dat de abstracte kunst zich vooral in de samenwerking met de (binnenhuis)architectuur verder zou ontwikkelen.

De Stijl

De Stijl is een Nederlandse kunstbeweging die bestond uit een wisselende groep Nederlandse en buitenlandse kunstenaars die voor korte of langere tijd verbonden waren aan het in 1917 in Leiden opgerichte tijdschrift De Stijl. De ideeën van de groep worden ook wel aangeduid met de naam De Nieuwe Beelding of Neo-plasticisme.

De beginselen die deze kunstenaars nastreefden kunnen als volgt worden omschreven: de volstrekte verwijdering van elke referentie naar de zichtbare werkelijkheid en de beperking van de beeldende middelen tot de elementaire gegevens zijnde de verticale en de horizontale lijn alsmede de drie primaire kleuren – rood, geel en blauw – en de drie primaire niet-kleuren - zwart, grijs en wit -. Op deze manier trachtten de kunstenaars een universele zienswijze van de werkelijkheid uit te beelden, die bij voorbaat elke beperking uitsloot, zowel door het toevallige karakter van het uitgebeelde onderwerp alsook door het willekeurige individuele temperament van de kunstenaar.

De belangrijkste leden van De Stijl waren Theo van Doesburg, Piet Mondriaan, Vilmos Huszár, Bart van der Leck, J.J.P. Oud, Jan Wils, Robert van 't Hoff, Gerrit Rietveld en Georges Vantongerloo.

De groep en het tijdschrift hielden op na Van Doesburgs dood in 1931.

Groep 54

Na het uiteenvallen van de groep Creatie in maart 1954 werd deze groep opgeheven. Alle zestien leden van Creatie met uitzondering van Willy Boers, Greet van Amstel en Armando, vormden korte tijd daarop de zogenaamde Groep 54. Deze groep zou echter samen met Vrij Beelden en de Nederlandse Experimentele Groep spoedig opgaan in de Liga Nieuw Beelden (1955-1969).

Liga Nieuw Beelden

Na de ontbinding van de kunstenaarsvereniging Creatie op 9 maart 1954, ontstond na veel vergaderen en lobbyen in 1955 een nieuwe vereniging: Liga Nieuw Beelden. In de Liga Nieuw Beelden werd een oud ideaal verwezenlijkt: het samengaan van verschillende kunsten, vooral de integratie van architectuur en beeldende kunst. Binnen het modernisme was dit ideaal eerder verkondigd door de Stijl-beweging.

Het oprichtingsmanifest werd ondertekend door leden van Vrij Beelden, Groep 54 (het vroegere Creatie) en oud-leden van de groep CoBrA.

Nederlandse Experimentele Groep

Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog was een aantal jonge Amsterdamse kunstenaars bezig met een eigen beeldtaal te ontwikkelen. Hun werk stond onder, in die tijd in Nederland en België snel verbreidende, invloed van de Nouvelle École de Paris.

Onder initiatief van Constant (Anton Nieuwenhuys) werd in de zomer van 1948 de beweging Nederlandse Experimentele Groep opgericht.

Constant wilde een nieuwe maatschappij met een nieuwe kunst. In zijn manifest, opgesteld voor de Nederlandse Experimentele Groep, schrijft hij o.a. : 'Het kind kent geen andere wet dan zijn spontaan levensgevoel en heeft geen andere behoefte dan dit te uiten. Hetzelfde geldt voor de primitieve culturen, en het is deze eigenschap ook, die deze culturen een zo grote bekoring verleent voor de mens van heden die in een morbide sfeer van onechtheid, leugen en onvruchtbaarheid moet leven'.

Tot de kern van deze groep behoorden Karel Appel, Corneille (Guillaume Cornelis Beverloo), Eugène Brands, Jan Nieuwenhuys (broer van Constant), Anton Rooskens en Theo Wolvecamp.

Een paar maanden later ging deze groep, samen met twee andere experimentele groeperingen uit Denemarken en België, over in CoBrA.

Vrij Beelden

De Amsterdamse groep 12 Schilders vormde de springplank voor de eerste groepering van kunstenaars in Nederland die na 1945 streefde naar een meer abstracte wijze van schilderen: Vrij Beelden. In 1946 kwam het manifest, ondertekend door de leden Peter Alma, Frans en Willy Boers, Anton Jan Cozijnsen, Frieda Hunziker, Wim Kersten, Harry van Kruiningen, Portheine (Ger Gerrits), Piet Ouborg, Wim Sinemus, Friedrich Vordemberge-Gildewart, Tage Hedquist, André van der Vossen en Will (Wil Leewens), van Vrij Beelden uit. De kunstenaars wierpen zich op als de pleitbezorgers van de abstracte en experimentele kunst en als tegenstanders van een traditionele figuratieve kunst. Zij wilden de draad van de abstracte kunst uit het begin van de twintigste eeuw weer zo snel mogelijk oppakken om terug aansluiting te krijgen bij de internationale ontwikkelingen die gedurende de oorlogsjaren aan Nederland voorbij waren gegaan.

De groep Vrij Beelden kreeg in 1950 te kampen met ernstige conflicten waardoor er een afsplitsing plaatsvond onder leiding van gangmaker Willy Boers en Ger Gerrits. Deze richtten een nieuwe eigen vereniging op onder de naam Creatie.

In 1955 ging de groep Vrij Beelden op in de Liga Nieuwe Beelden.